(Levens)Verhalen |
| Vhl-I4877-01 Erfenis Jarich Tjallings.
Na het overlijden van Jarich wordt op verzoek van zijn broer Watse, toeziend voogd over de kinderen van Jarich, de nalatenschap van Jarich geïnventariseerd. Daaruit blijkt dat hij wel eigenaar is over de opstal van de boerderij waar hij woont, maar dat het land (60 pondemaat) wordt gehuurd van de jonkheer Eysenga en de baron toe Schwarzenberg.
De inventaris bevat verder een opsomming van de huisraad, de levende have en de schulden. Schuldeisers zijn zijn moeder, zijn broer Mentse en zijn knecht Wierd Dirks. Opstal, inventaris en schulden worden overgenomen door zijn vrouw, die hertrouwd met de knecht. Zij nemen ook "de ondersteunen de kinderen in voeding, kleding en wat zij verder nodig hebben (in voor en tegenspoed, tot ze de leeftijd van 17 jaar bereiken" over. Op die leeftijd ontvangen de kinderen ieder 212 goudguldens en 14 stuivers. |